Ook in Nederland
festiviteiten rond Mevlanajaar
Unesco
wijdt 2007 aan 800ste geboortedag grote
Turkse filosoof Mevlana.
Unesco heeft 2007 uitgeroepen tot het jaar van Mevlana Rumi, de
Turkse filosoof en dichter die 800 jaar geleden geboren werd. Zowel
in Nederland als in Turkije zal een keur aan festiviteiten
plaatsvinden. In Nederland wordt het Mevlanajaar op vrijdag 20 april
geopend.
Jalal ad-Din Rumi werd in 1207 geboren en hij overleed op 17
december 1273 in de Turkse stad
Konya in centraal Anatolië.
Het Mevlana museum is er eveneens
gevestigd en ieder jaar vindt daar op zijn sterfdag een
herdenkingsfestiviteit plaats.
‘Wij zijn uiteraard zeer verheugd dat een gerenommeerd instituut als
Unesco door middel van het aanwijzen van dit themajaar het belang
van Mevlana voor de Turkse cultuur onderstreept', aldus Murat
Karakuş, directeur van het Turks verkeersbureau in Nederland.
Opening
De opening van het Mevlana jaar in Nederland vindt plaats op vrijdag
20 april in het Muziekgebouw aan 't IJ met een optreden van de
dansende derwisjen, een expositie en een workshop. Zie ook:
www.mevlana800.info. Een activiteitenprogramma in Turkije wordt nog
gepubliceerd op de website van het Turks verkeersbureau:
www.welkominturkije.nl
Dansende derwisjen
In religieuze kringen wordt Rumi wel ‘Mevlana' genoemd hetgeen ‘onze
gids' betekent. Zijn leer spreekt zich uit voor tolerantie, goedheid,
en bewustwording door liefde. Ver voor de Renaissance predikte
Mevlana al het humanisme en het bereiken van God door middel van
dans, liefde en muziek.
Hij was dan ook de leidende figuur van het soefisme en de dansende
derwisjen, een soefi orde van religieuze dansers in de
karakteristieke gewaden en taps toelopende fez (hoed). Een
essentieel onderdeel van het leven volgens de regels van de
derwisjenorde was de ‘sema'. Door een rituele dans probeert men via
draaiende bewegingen in een soort extase te geraken waarbij de
rechterhand met de palm naar boven is gericht en de linkerhand naar
beneden.
Activiteiten
In het kader van het themajaar is er onder meer een Mevlana Soefi
kalender verschenen, wordt een van zijn grootste letterkundige
werken - de 25.618 versregels lange Mesnevi - in het Nederlands
vertaald, worden door het hele land Mesnevi avonden georganiseerd
door de Nederlandse Vereniging van Turkse schrijvers en zijn er in
het Turks Huis in Amsterdam Mevlana ontbijten. Zie ook
Mevlana en
Mevlana Museum.
TourPress
Deze winter
staat vanaf 16 december 2006 t/m 15 april 2007 een van de meest
bijzondere steden ter wereld centraal in een grote tentoonstelling
in De Nieuwe Kerk: "ISTANBUL". Een kruispunt van wereldbeschavingen
en bakermat van cultuur.
De Ottomaanse dynastie drukte een grote
stempel op deze bijzondere stad en liet de prachtigste paleizen,
moskeeën en verzamelingen na. Bijna 300 schatten van de sultans uit
vele musea in Istanbul, waaronder die van het wereldberoemde Topkapi
paleis museum, komen deze winter naar de Dam in Amsterdam.
Het bezoek aan de tentoonstelling is een wandeling door het rijke
verleden van de Ottomaanse sultans. Te zien zijn o.m. hoogtepunten
van de Ottomaanse kunst zoals portretten en kaftans van de sultans,
miniaturen en schilderingen van belangrijke momenten uit de
geschiedenis,
tapijten, geschenken aan de sultan, sieraden,
religieuze relikwieën, marmeren tulbanden, mystieke objecten,
hoogtepunten uit literatuur en wetenschap, fraaie kalligrafie,
keramiek, waterpijpen en muziekinstrumenten. Al deze bijzondere
voorwerpen zijn terug te vinden in de wandeling langs ruim 10
gebouwen (o.a. de bazaar, koffiehuis, hamam, tekke, moskee en harem)
die architectenbureau Kossman & DeJong plaatst in de majestueuze
middeleeuwse kerk, gecombineerd met oude en nieuwe filmbeelden en
bijzondere Ottomaanse muziekfragmenten.
De stad waaraan de tentoonstelling in De Nieuwe Kerk is gewijd, is
misschien niet de oudste stad van de wereld, maar zeker een van de
meest spectaculaire, met haar rijke geschiedenis en de prachtige
ligging aan de oevers van de Gouden Hoorn, de Zee van Marmara en
Bosporus. Hoewel de stad tegenwoordig evenveel inwoners telt als
Nederland, begon het ooit als het kleine provinciestadje 'Byzantion',
gesticht in 650 v. Chr. Byzantium werd van stad een metropool, nadat
keizer Constantijn de Grote het tot hoofdstad van zijn rijk maakte
(begin 4de eeuw). Ook gaf hij zijn naam eraan: 'Konstantinoupolis'.
Sommige van de monumentale gebouwen uit die periode zijn nog altijd
te bewonderen, zoals de Hagia Sophia, de grootste kathedraal uit de
middeleeuwen gewijd in 563, en later veranderd in de Aya Sofya
Moskee. De stad Constantinopel en het Byzantijnse Rijk raakten vanaf
de 13de eeuw in verval. Kruistochten, oorlogen, plunderingen – de
stad kwam deze rampen niet meer te boven. De handel liep terug,
mensen trokken weg en de stad brokkelde langzaam af. In diezelfde
eeuw ontstond aan de oostelijke horizon een heel andere dreiging:
die van de 'Turken'. Zij waren een van de steppevolkeren uit
Centraal-Azië die langzamerhand hun machtsterrein uitbreidden. Met
name de dynastie van Osman wist haar macht te vergroten ten koste
van de Byzantijnen en de aangrenzende islamitische rijkjes. Aan het
eind van de 15de eeuw hadden de Ottomanen het hele Byzantijnse Rijk
bezet, met uitzondering van Constantinopel. Op 28 mei 1453 veroverde
Mehmed de Veroveraar eindelijk de stad. Constantinopel was gevallen,
en werd omgedoopt tot Istanbul (afgeleid van de Griekse benaming eis
tèn polin = naar de stad). Hiermee kwam ook een einde aan het
Byzantijnse rijk. Istanbul met het beroemde
Topkapi paleis als
residentie van de sultans werd het nieuwe centrum van het enorme
Ottomaanse rijk. Bijna 500 jaar lang zou een van de langdurigste
heerschappijen van een dynastie, de Ottomanen, in Istanbul aan de
macht blijven.
Tentoonstelling in de Nieuwe Kerk
Economen
ABN AMRO: Nederlandse economie profiteert als Turkije toetreedt tot
de EU
De Nederlandse export naar Turkije kan de komende tien jaar ruim
verdrievoudigen en in 2013 een omvang bereiken van meer dan 5
miljard euro. Uitgangspunt hierbij is dat eind dit jaar de
toetredingsonderhandelingen worden gestart en Turkije in 2014 lid
wordt van de Europese Unie. In de eerste tien jaar ná het
EU-lidmaatschap kan de Nederlandse export nog verder toenemen naar
ongeveer 11 miljard euro. Dat blijkt uit de studie 'Exploring
growth, Foreign Direct Investment and trade flows in view of
Turkey's EU-accesion', van ABN AMRO. De bank presenteerde deze
studie naar de mogelijke economische gevolgen door toetreding van
Turkije tot de EU vandaag in Istanbul, tijdens een bijeenkomst met
minister Brinkhorst van Economische Zaken en CEO's van de
Nederlandse multinationals in Turkije.
De mogelijke ontwikkelingen voor Turkije met betrekking tot
economische groei, handel en investeringen en de mogelijkheden voor
Nederland zijn veelbelovend te noemen, volgens de economen van de
bank.
Als Turkije het
ingezette pad van hervormingen onafgebroken doorzet, verwachten zij
voor de komende twintig jaar een gemiddelde groei van 5%, die zelfs
kan oplopen tot ruim 6%. Daarnaast zullen buitenlandse investeringen
in Turkije, evenals de handel, toenemen. Op weg naar het
EU-lidmaatschap kan Turkije gemiddeld jaarlijks meer dan 4 miljard
euro aan buitenlandse investeringen aantrekken. Deze
investeringsstroom kan na de EU-toetreding verder aanzwellen tot
ongeveer 10 miljard euro per jaar. Parallel aan deze
investeringsstromen zal de buitenlandse handel van Turkije met
vooral de EU fors stijgen. Tot het EU-lidmaatschap van Turkije kan
de handelsrelatie tussen de beide regio's oplopen tot 143 miljard
euro, om in de eerste tien jaar na het EU-lidmaatschap door te
stoten naar 316 miljard euro. 60% van deze handelsomvang tussen de
beide regio's betreft de export van de EU naar Turkije.
Turkije heeft de afgelopen jaren een pad van hervormingen ingezet en
heeft economisch gezien veel vooruitgang geboekt. Zo is de inflatie
teruggebracht van gemiddeld 80% in de jaren 90 tot ongeveer 10% op
dit moment. De aanvang van de toetredingsonderhandelingen zal een
positief effect op de hervormingsinspanningen in Turkije hebben. Ten
eerste omdat een aanstaand lidmaatschap als een katalysator werkt
voor hervormingen in een kandidaat-lidstaat. Ten tweede omdat de
economische criteria van Kopenhagen vanaf de aanvang van de
toetredingsonderhandelingen een nauw te volgen pad uitstippelen dat
de kandidaat-lidstaat moet volgen op weg naar de EU. De politieke
criteria van Kopenhagen bepalen of met een land de
toetredingsonderhandelingen gestart kunnen worden.
Het rapport
''Exploring growth, Foreign Direct Investment and trade flows in
view of Turkey's EU-accession'' gaat niet alleen in op de
mogelijke economische gevolgen voor Nederland als gevolg van de
toetreding van Turkije tot de EU, maar besteedt ook aandacht aan de
gevolgen voor de Europese Unie.
De
problematiek van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie
Uiteenzetting
door de heer Luc Delvaux, General Manager bij Fortis
Hij spreekt hier niet als
vertegenwoordiger van Fortis, maar als adviseur voor de Belgische buitenlandse
handel.
Zijn uiteenzetting zal uit
twee delen bestaan. In het eerste deel zal hij ingaan op de macro-economische
aspecten, waarbij hij de resultaten zal onderstrepen die Turkije de jongste tijd
heeft geboekt, zonder hierbij de typische zwakke punten van het land te
verzwijgen. Hij zal aangeven in welke mate het land volgens hem reeds verregaand
in de Europese Unie is geïntegreerd inzake internationale handel. In het tweede
deel zal hij de micro-economische kwesties aansnijden, namelijk Turkije gezien
vanuit het standpunt van de zakenman.
In 2002 bedroeg het BNP van
Turkije meer dan de helft van het totale BNP van de tien landen die net tot de
Europese Unie zijn toegetreden. Turkije is belangrijker dan Polen, het grootste
van die nieuwe landen. De cijfergegevens over Turkije liggen waarschijnlijk
lager dan de realiteit. Een aanzienlijk deel van de Turkse economie is niet
geregistreerd, zodat het BNP zeker hoger ligt dan wat uit de statistieken kan
blijken. Bovendien wordt de staatsboekhouding in Turkije niet op exact dezelfde
wijze bijgehouden als in de rest van de Europese Unie. Mochten de
standaardtechnieken op Turkije worden toegepast, dan zou het Turkse BNP nog
hoger liggen. Dat alles toont aan hoe belangrijk Turkije op economisch vlak is.
Het land heeft met 71 miljoen
inwoners een zeer grote bevolking. Dat is veel in vergelijking met de nieuwe
lidstaten. Turkije onderscheidt zich ook door de jonge leeftijd van zijn
bevolking. Het land telt zeer veel jongeren van minder dan 15 jaar. Naar alle
waarschijnlijkheid zal die bevolking blijven groeien. Ze zou tegen 2025 met 25 %
toenemen. In dezelfde periode zou de Belgische bevolking slechts met 2,5 %
verhogen. In de Centraal-Europese landen zou de bevolking zelfs krimpen. De
Poolse bevolking zou met 3 % afnemen. Het verschil tussen Turkije en de andere
landen zou bijgevolg steeds groter worden.
Volgens de economische wetten
neemt de productie met een jonge bevolking op termijn toe. Een volgende grafiek
geeft een schatting weer van de bevolking op beroepsleeftijd in 2050. In dat
jaar zal het menselijk arbeidspotentieel het hoogst zijn in Turkije. Met bijna
60 % zal het percentage hoger zijn dan in China.
Wat de structuur van de
economie betreft, kunnen we een pertinente vergelijking maken met de situatie in
Spanje vóór de toetreding tot de Europese Unie : 60 % van het nationaal product
kwam voort uit diensten, 25 tot 33 % uit industrie en de rest uit landbouw. In
Turkije is het aandeel van de landbouw iets groter. Dat is een nadeel op andere
domeinen, maar de structuur van de economie verschilt niet zo heel veel van de
situaties waarmee de Europese Unie in het verleden werd geconfronteerd.
Een andere belangrijke
statistiek is de gemiddelde groei in de twee jaren voorafgaand aan de toetreding
tot de Europese Unie. Die groei krijgt altijd een opstoot door de nakende
toetreding. Sinds 1970 kent Turkije een gemiddelde groei van 4 %, waarmee het
land uitstekend presteert. De verwachting is dat de groei in de komende tien
jaar van 4 % naar 5 % zal stijgen dankzij de institutionele hervormingen in
Turkije, de realisaties in het verleden en de sterkere toenadering tot de
Europese Unie. Volgens een rapport van ABN-AMRO opgesteld op verzoek van het
Nederlandse Ministerie van Economische zaken, zal de Turkse economie de komende
twintig jaar verdrievoudigen. De productiviteit leidt tot economische groei, een
economische wet die al herhaaldelijk is bewezen. Welnu, in Turkije is de
economische productiviteit tussen 1997 en 2003 met 35 % gestegen, waardoor een
aangehouden groei in de toekomst kan worden verzekerd.
In Turkije ligt de gemiddelde
groei tussen 4 % en 4,5 %. Ter vergelijking, in de OESO-landen bedraagt de
gemiddelde groei tussen 2,5 en 3 %, waarbij men moet weten dat ook de Verenigde
Staten, waar de groei over het algemeen hoger ligt dan in Europa, deel uitmaken
van de OESO. In vergelijking met de Europese Unie kent Turkije dus een grotere
structurele groei.
De hoofdmotor voor die groei is
de binnenlandse vraag. Die is verantwoordelijk voor 70 % van de groei die in
2003 werd gerealiseerd.
In Turkije moet men tegen een
stootje kunnen. De groei is soms zeer hoog, maar er zijn ook duidelijke
recessies, die meestal van korte duur zijn. Die grillige evolutie is eerder te
wijten aan interne redenen, zoals de hyperinflatie, dan aan externe schokken
zoals de Golfoorlogen of de Russische crisis van 1998. Er dient te worden
benadrukt dat het nationaal product van Turkije de jongste tien trimesters
ononderbroken is gestegen.
Het Turkse begrotingsevenwicht
is een ernstig historisch probleem en heeft geleid tot de bekende schuldgraad.
Recente programma's lijken echter hun vruchten af te werpen zodat een positieve
primaire balans mogelijk moet zijn en moet blijven. Het IMF volgt dit element
van zeer nabij. De nood aan financiering vermindert, maar de Turkse schuldgraad
blijft hoog. Turkije heeft tussen januari en oktober van dit jaar 15 miljard
dollar aan schulden terugbetaald en het land is van plan in de komende vijf jaar
57 miljard terug te betalen.
De ratio tussen de
overheidsschuld en het BNP is gedaald. Turkije zou de Maastrichtnorm willen
halen en zijn schuldenlast terugbrengen tot 60 % van het BNP. De gouverneur van
de centrale bank heeft zich daartoe geëngageerd. De beweging is in elk geval
ingezet.
De overheidsschuld bestaat
vooral uit binnenlandse schuld. De Turken hebben 60 % van de overheidsschuld op
hun naam, voor het grootste deel in Turkse lira's. De Eurobonds maken slechts 11
% van de schuld uit. De rest is in handen van internationale organisaties : het
Monetair Fonds, de Wereldbank, enzovoort.
Een andere opmerkelijke
realisatie is de aanzienlijke vermindering van het inflatiepercentage en van de
rentevoeten. Historisch gezien waren de inflatiepercentages buitengewoon hoog,
soms meer dan 100 %. De rentevoeten lagen uiteraard nog hoger. De jongste jaren
werd een drastisch programma op poten gezet, waardoor de inflatie tot minder dan
10 % werd teruggebracht. Dat hebben de meeste Turken die nu in Turkije leven,
nooit meegemaakt. De economie heeft zich aan dat totaal nieuwe fenomeen moeten
aanpassen. De financiële markten kunnen nu meer diepgang krijgen. Dat is
onontbeerlijk voor de langetermijninvesteringen.
De Turkse lira is minder zwak
dan de toeristen die regelmatig naar Turkije reizen, wel denken. De effectieve
reële wisselkoers is sinds 1995 verbeterd, ook al is de Turkse lira in
vergelijking met vroeger nominaal bijna niets meer waard. Het belangrijkste is
natuurlijk de effectieve waarde. Het vertrouwen van de internationale markt in
Turkije neemt beduidend toe.
Een andere belangrijke
hervorming die tot die gunstige evolutie heeft bijgedragen, is de hervorming van
het banksysteem. De nationale bank is onafhankelijk, net zoals in de landen van
de Europese Unie.
Er werd beslist geen leningen
meer toe te staan aan de overheidssector. Daardoor kan de particuliere-sector
leningen aangaan en kan de inflatie worden bestreden.
Er is een nieuwe wet op het
banksysteem. De classificatie van de leningen wordt op een andere manier
aangepakt. Slechte kredieten moesten worden afgelost. Dat leidde tot de
verdwijning van enkele banken. Sommige werden opgeslorpt, andere gingen bankroet
of werden onder het toezicht van de nationale bank geplaatst. De staatsbanken
zullen, naar het schijnt, na een herstructurering worden geprivatiseerd, maar
dat zal heel lang duren.
Het doel van die uitgebreide
operatie is de banken hun echte rol te laten spelen, namelijk deposito's
bijeenbrengen en kredieten verlenen aan de economische sector. Vroeger brachten
Turkse banken gelden bijeen en leenden ze aan de Staat. Voor het bijeenbrengen
van deposito's en het lenen aan de Staat zijn geen banken nodig. Een nationale
spaarbank volstaat. Voor investeringen zijn banken daarentegen absoluut
noodzakelijk. De Turkse banken hadden de neiging op hun lauweren te rusten en
alleen maar aan één enkele debiteur te lenen. Daar moest iets worden aan gedaan.
De banken moesten kennis ontwikkelen inzake risicoanalyse, ze moesten
inschattingen maken en risico's nemen. Voor hen is dat helemaal nieuw.
Turkije heeft niet alleen goede
kanten of alleen maar mooie realisaties op zijn naam. Op economisch vlak zijn er
heel wat zwakke punten. Één daarvan is de verdeling van de nationale rijkdom.
Wat de koopkracht betreft,
heeft Turkije nog een hele weg af te leggen om het Europese gemiddelde te halen
of het gemiddelde te halen van de andere landen die tot de Europese Gemeenschap
zijn toegetreden. Als men corrigeert op basis van de meest optimistische
cijfers, dan is het gemiddelde hoger dan dat van de tien nieuwe lidstaten.
De werkloosheid blijft een
probleem. Een deel van de verklaring ligt nogmaals in de jonge bevolking. De
statistieken zijn niet erg betrouwbaar, maar de werkloosheid is sinds het tweede
kwartaal 2003 onafgebroken aan het dalen.
In het tweede kwartaal van 2004
zien we in de grafiek 9,2 % in plaats van 10,4 %. Die vermindering is volledig
toe te schrijven aan een toename van de werkgelegenheid in de privé-sector.
De zwakke landbouw in Turkije
is een bekend probleem. In die sector wordt nog veel mankracht gebruikt. In
vergelijking met de rest van de Europese Unie is de productiviteit van de Turkse
landbouw laag. Afhankelijk van het product ligt de productiviteitsgraad 30 tot
50 % lager dan die in de Europese Unie. Dat staat in schril contrast met de
industrie, waar de productiviteit even hoog of zelfs hoger is dan in de landen
van de Europese Unie.
Het aandeel van de landbouw in
het bruto nationaal product neemt voortdurend af sinds 1998. Die activiteit is
zeer cyclisch. Turkije heeft de voorbije jaren heel wat indrukwekkende zaken
gerealiseerd, maar er zijn nog steeds karakteristieke zwakheden.
De Europese Unie is veruit de
belangrijkste handelspartner van Turkije : 53 % van zijn export gaat naar de
Europese Unie. Tijdens de eerste negen maanden van dit jaar is de export met 33
% toegenomen. Hetzelfde zien we voor de Turkse import. De Europese Unie is
veruit de belangrijkste handelpartner van Turkije met bijna 50 % van de import,
dus een beetje minder dan de export, rekening houdend met de invloed van
energieproducten.
De export van de tien nieuwe
lidstaten van de Europese Unie naar Turkije is dit jaar spectaculair gestegen :
met meer dan 83 %. Ze vertegenwoordigt een tiende van de export van de rest van
de Europese Unie.
Als we de Turkse export naar de
Europese Unie vergelijken met de export van sommige nieuwe lidstaten, krijgen we
een verhouding van 50 %, wat wijst op een vrij goede integratie in de Unie.
Hetzelfde scenario doet zich
voor in de andere richting. De structuur van de export toont aan dat we niet te
maken hebben met een primitieve economie. Het gaat niet om landbouwproducten of
primaire producten. Veel producten hebben een toegevoegde waarde. In de Europese
Unie zien we textiel, investeringsproducten, bruingoed zoals
televisietoestellen, die vervaardigd zijn in Turkije. Bij de aankoop van een
elektrisch huishoudtoestel weten we meestal niet dat de onderdelen ervan in
Turkije zijn vervaardigd. De productieketen kan probleemloos overgeschakeld
worden naar de productie van een ander merk. De economie heeft dus een
toegevoegde waarde.
Op het vlak van het bruto
nationaal product stelt de handel met de Europese Unie nog niet veel voor : de
marge is belangrijk. De groei in Turkije komt vooral voort uit de binnenlandse
vraag.
Dit is een andere weergave van
dezelfde elementen, maar het wijst ook op het grote potentieel van de Europese
Unie om haar handelsrelaties met Turkije uit te breiden.
Op het vlak van de
investeringen zien we dat de Europese Unie, over de twaalf jaren waarop deze
tabel betrekking heeft, verantwoordelijk is voor twee derde van de investeringen
die in Turkije werden gedaan. De investeringen door de andere landen van de OESO
bedragen slecht 24 %. Dat toont goed aan dat er interesse is voor Turkije vanuit
de Europese Unie. Hetzelfde doet zich overigens voor in Griekenland.
Voor het micro-economische
gedeelte zal spreker enkele elementen vermelden die misschien belangrijker zijn
voor de zakenman die in Turkije wil werken.
De juridische logica van
Turkije is geen lichtjaren verwijderd van de onze. Het Turkse burgerlijk wetboek
en verbintenissenrecht zijn gebaseerd op het Zwitsers burgerlijk wetboek. Het
burgerlijk procesrecht is gebaseerd op dat van Neufchâtel. De administratieve
wetgeving is vooral gebaseerd op het Franse recht. Het handelsrecht is
voornamelijk afkomstig van het Duitse handelsrecht en bevat ook delen van het
Britse, Japanse en Braziliaanse recht. In het algemeen hebben we niet te maken
met een oud Ottomaans recht dat met veel moeite is geëvolueerd, maar wel met een
recht met dezelfde wortels als het onze.
Het handelswetboek bevat
talrijke bepalingen die gelijkaardig zijn aan de onze; het gaat in het bijzonder
aan de rechten van de minderheden en aan de specifieke, striktere regels voor
beursgenoteerde vennootschappen. Hoewel de juridische basis sterk op de onze
lijkt, is de toepassing van de bepalingen soms ingewikkelder. De bureaucratie is
nog steeds een belangrijk obstakel in Turkije. Er is nog een lange weg af te
leggen op dat vlak.
Naast die objectieve elementen
zijn er subjectieve elementen die vrij gunstig zijn voor wie in Turkije werkt.
De mentaliteit is er sterk op Europa gericht. Dat is geen nieuw verschijnsel;
het gaat terug tot de Ottomaanse traditie. Er was steeds een fascinatie voor
Europa en de wil bestond om zich te inspireren op de beste beslissingen uit
Europa en die toe te passen in Turkije. Europa genoot een zekere populariteit in
Turkije. Als we een recent artikel in de Financial Times mogen geloven, zou twee
derde tot drie vierde van de Turken positief staan tegenover toetreding tot de
Europese Unie. De Turkse mentaliteit is sterk georiënteerd op de Europese Unie.
Een ander zeer belangrijk
subjectief element : het onderwijsniveau is uitstekend. Verschillende
universiteiten zijn zeer degelijk en het gemiddelde opleidingsniveau is hoog. De
afstand tot Europa vormt geen enkel probleem : Turkije bevindt zich op drie uur
vliegen van Brussel.
Een andere indrukwekkende
vaststelling : de flexibiliteit van de economie en van het land in het algemeen,
en het vermogen om er opnieuw bovenop te komen. Bij de evolutie van het bruto
nationaal product hebben we gezien dat Turkije in staat is om moeilijkheden het
hoofd te bieden en vrijwel onmiddellijk opnieuw op zijn pootjes terecht te komen
met een snelheid die wij niet of niet meer kennen.
Turkije is volgens het Turks
nationaal instituut voor de statistiek het derde goedkoopste land van de OESO.
Tot slot wordt algemeen erkend
dat de stabiliteit, die belangrijker is voor de investeerder dan voor de
handelaar, bevredigend is en erop vooruitgaat.
De mentaliteit is geen probleem
voor de Europeanen die in de Turkse economie werken. Er is een Ottomaanse
traditie van nieuwsgierigheid en openheid. Turkije is een vrij land met een open
markteconomie en grote kapitaalstromen.
De ondernemingsgeest is
kenmerkend voor het land, zoals we al hebben kunnen vaststellen in verband met
de oprichting van nieuwe bedrijven. Turken zijn noeste werkers. De sociale
betrekkingen zijn meestal constructief. De middenstand, even belangrijk als
dynamisch, vormt een essentiële structuur die de economische groei in de
toekomst kan verzekeren. Een groot aantal familiale bedrijven, meestal met eigen
middelen gefinancierd, ondersteunen die ontwikkeling. De markt verwacht een
beduidende toename van de investeringen in de toekomst. Het productieapparaat
wordt bijna optimaal gebruikt. Het laatste cijfer waarover spreker beschikt
bedroeg 85 %. Men bereikt er geleidelijk aan de grens van de capaciteit en er
moet bijgevolg nog meer geïnvesteerd worden. De Centrale Bank en de nieuwe
wetgeving die door haar werd opgelegd, bijvoorbeeld inzake de splitsing van de
financiële groepen van banken, spelen een belangrijke rol in die stijging van de
investeringen. Meer en meer kapitaal gaat richting Turkije, onder meer in het
financierings- en bankwezen. De privatisering is een actueel thema en wordt
gesteund door het Monetair Fonds. Turkije is de jongste jaren steeds
aantrekkelijker geworden als investeringsgebied. Uit rapporten van de UNCTAD
blijkt dat het vertrouwen gegroeid is. De besprekingen tussen de Europese Unie
en Turkije zullen de investeringen in het land zeker bevorderen. Zoals al in
andere landen vastgesteld, komen de investeringen niet na, maar vóór de
toetreding. De economische actoren reageren zodra er voldoende aanwijzingen zijn
voor een nakende toenadering tussen het land in kwestie en de Europese unie.
Hoe gebeurt één en ander in de
praktijk ? Spreker verwijst eerst naar het belang, in Turkije, van persoonlijke
contacten en betrekkingen met de partners, indien nodig langs derden om, maar
bij voorkeur rechtstreeks. Het gegeven woord is daarbij van essentieel belang.
Het is belangrijker iemands gesproken belofte te krijgen dan zijn handtekening.
Het formalisme dat we in andere delen van de wereld terugvinden, bestaat in
Turkije niet. Turkije bezit, zoals de andere landen van het Midden-Oosten,
kenmerken die in West-Europa miskend worden. Zo is er de vrees dat de partner
gezichtsverlies lijdt en speelt de tijd geen enkele rol, wat onderhandelen haast
tot een kunst verheft. Wie niet kan of wil onderhandelen, moet niet naar Turkije
gaan : hij zal er nooit als een volwaardige partner worden beschouwd.
De moeilijke taal vormt een
reële hinderpaal. Er zijn heel weinig mensen in Turkije die één of meer vreemde
talen beheersen, ook al is er vooruitgang geboekt. Er wordt nu meer Engels
gesproken dan Duits.
Het vermogen om van strategie
te veranderen, zich aan te passen en een andere koers te varen komt tot uiting
op het micro-economische vlak. De Turkse ondernemers hebben een opmerkelijk
gevoel voor opportuniteit en soepelheid. Ze kunnen beslissingen nemen. De
beslissingsprocessen zijn meestal erg kort en vaak weinig formeel. We mogen niet
vergeten dat de Turkse bedrijven vaak familiale bedrijven zijn. In een familie
neemt men sneller beslissingen dan in een raad van bestuur die gestructureerd is
op basis van de principes van corporate governance.
Er zijn weinig belangrijke
zakenlui. Ze kennen elkaar goed, observeren elkaar en hebben de neiging elkaar
na te bootsen, bijvoorbeeld op het vlak van industriële diversificatie. Het
gevolg is dat veel groepen in dezelfde sectoren actief zijn : dat is een erfenis
uit het verleden. Transparante rekeningen zijn een probleem. De economie wordt
niet op een traditionele manier geregistreerd, zodat het op het
micro-economische vlak moeilijk is om de bedrijfsrekeningen te analyseren. De
Turkse ondernemers hebben vaak nauwe banden met regeringsinstanties. Het is voor
een vreemdeling niet altijd even gemakkelijk om de regels te begrijpen. Daarvoor
zou men zich moeten mengen in de talrijke discussies in de wandelgangen ...
Er bestaat wel degelijk een
generatiekloof tussen de oudere traditionele handelaars en de hedendaagse
zakenlui die zaken doen op een westerse manier, Engels spreken en op een andere
manier beslissingen nemen.
De economisch ontwikkelde
regio's van Istanbul, Izmir en Thracië staan ook veel verder dan Anatolië, wat
niet zo goed is voor de nationale cohesie.
In tegenstelling tot wat men
zou denken, primeert in de transacties niet de prijs, maar wel de relatie. Als
de relatie goed beheerd wordt, worden soms hoge prijzen aanvaard. De Turken
hebben meer waardering voor zaken die ze kunnen aanraken, koopwaar dus, dan voor
diensten. Ze betalen niet graag voor diensten. Als leveranciers stellen ze zich
zeer soepel op, zodat ze de goederen op korte termijn kunnen leveren. Ze kunnen
ook zeer snel nieuwe producten op de markt brengen. Omdat de economie niet
geregistreerd is, kunnen er op het gebied van de handel problemen ontstaan. De
wijze van betaling en de gebruiken daarrond zijn niet altijd optimaal.
De conclusie is de volgende :
men moet zijn klant zeer goed kennen, vandaar nogmaals het belang van het
vertrouwen en de relatie.
De familiale controle is erg
belangrijk. Het aantal werkelijk op de beurs genoteerde aandelen van een
beursgenoteerd bedrijf vertegenwoordigt slechts een klein deel van het kapitaal.
Dat is ook zo voor de grote groepen. Joint Ventures met buitenlanders komen veel
voor en de verhouding is er vaak 50/50. In dat geval verloopt het beheer
bijzonder moeilijk omdat alles ook hier gebaseerd is op een diep vertrouwen.
Wanneer dat er niet is, mislukt de zaak zeker.
Vele groepen zijn, om
historische redenen, te verschillend. Ze moeten zich dan ook concentreren op één
of ander gebied en zich specialiseren. Dat kan uiteraard een gelegenheid bieden
voor buitenlandse investeerders. Men moet zijn partner goed kennen en dus goede
persoonlijke contacten hebben. Daarvoor moeten we het culturele erfgoed van
Turkije goed begrijpen.
Op cultureel gebied is Turkije
al heel lang een brug tussen Europa en het Midden-Oosten, tussen Europa en
Centraal-Azië, tussen de christelijke wereld en de moslimwereld, tussen de
economische modellen en ook tussen de machten, want de grens tussen Turkije en
de Sovjet-Unie was lange tijd een belangrijk gegeven. De traditie van die
brugfunctie is diep geworteld in de plaatselijke mentaliteit, die niet gesloten
is, maar zeer openstaat voor de rest van de wereld.
Turkije heeft Europa altijd
geobserveerd. Nu is het land sterk verbonden met de Europese Unie. Die is de
belangrijkste partner op het gebied van de buitenlandse handel. Dat geldt ook
voor de buitenlandse investeringen in Turkije. Turkije heeft al een aantal jaren
een douane-unie met de Europese Unie en heeft nu de status van
kandidaat-lidstaat gekregen. Turkije is een trots land. Het is vooral fier op
zijn geschiedenis en zijn cultuur. We mogen niet vergeten dat het vijfhonderd
jaar lang een keizerrijk is geweest. Alle keizerrijken zijn gemaakt om duizend
jaar te duren. Turkije is daar half in geslaagd; vele andere hebben het niet zo
ver gebracht. Het is interessant een poging te doen om te begrijpen waarom
Turkije zo lang stand heeft gehouden. Één van de belangrijkste redenen is het
vermogen van het land om de cultuur van anderen op te nemen en niet één
werkwijze op te leggen. Het Ottomaanse rijk was totaal gedecentraliseerd.
Turkije heeft dus ook een traditie om de vreemdeling te verwelkomen. We mogen
niet vergeten dat dit volk, dat afkomstig is uit Centraal-Azië, nomadisch is,
een kenmerk dat nog verankerd is in zijn gedragingen.
De Turkse bevolking is in
hoofdzaak moslim, maar op het gebied van staatsorganisatie en economische
instelling is Turkije sedert 1923 een seculier land. Er hebben dus al enkele
generaties geleefd volgens dat model, dat verder wordt verdedigd.
De Turkse vrouwen spelen een
belangrijke rol, niet alleen in de Staat, maar ook in de economie. Hun rol in de
banken mag lang niet worden onderschat.
De persvrijheid is er een feit.
Om zich daarvan rekenschap te geven, volstaat het de krantencommentaren over het
optreden van de regering te lezen.
Ook belangrijk is dat Turkije
geen Arabisch land is. De zakenman die de Turken zou verwarren met de Arabieren,
zou een fatale vergissing begaan ! Turkije en de Arabische landen hebben geen
enkele gemeenschappelijke erfenis, behalve dan dat Turkije een groot deel van
zijn geschiedenis de meeste Arabische landen heeft gedomineerd.
In Turkije overheerst het
gevoel dat wie een opleiding heeft genoten, zijn land moet teruggeven wat hij
via die opleiding heeft gekregen, en dus op één of andere wijze moet bijdragen
tot de ontwikkeling en de groei van zijn land. Dat is een belangrijke eigenschap
waarmee we rekening moeten houden in onze betrekkingen.
Gedachtewisseling
De heer Jean-Marie Dedecker
stelt vast dat de heer Delvaux Turkije enthousiast heeft verdedigd. De positieve
cijfers hebben hem verrast.
Turkije telt op dit ogenblik
ongeveer 70 miljoen inwoners. Dat aantal zal tegen 2020 wellicht toenemen tot
100 miljoen. Kan de economische groei de bevolkingsexplosie volgen ?
Vormt de corruptie op de
binnenlandse markt en binnen het overheidsapparaat een hinderpaal voor de handel
met Turkije ?
Mevrouw Fatma Pehlivan stelt
vast dat de heer Delvaux de bevolkingsaangroei en de economie op een positieve
manier heeft benaderd. Over het algemeen neemt Europa een negatieve houding aan;
vele mensen vrezen dat de toetreding van Turkije tot de Europese Unie aanleiding
zal geven tot een massale migratiegolf. Bestaan er studies die dat bevestigen ?
De geciteerde cijfers en informatie lijken dat tegen te spreken en wekken zelfs
de indruk dat er een migratie in de omgekeerde richting zou kunnen plaatsvinden.
Mevrouw Olga Zrihen is zeer
tevreden over de positieve uiteenzetting over de economische situatie in
Turkije. Op Europees niveau bestaat immers de neiging de toetreding van Turkije
wegens zijn bruto binnenlands product als een zo zware last te beschouwen dat
het moeilijk zou zijn het land in minder dan tien jaar te integreren. Dat sluit
de toetreding van Turkije in de Europese Unie evenwel niet uit. Deze markt biedt
zeer goede vooruitzichten voor de bilaterale handel.
Spreekster vraagt uitleg over
de gelden die in het buitenland werkende Turken naar hun land laten vloeien ?
Haar tweede vraag heeft
betrekking op de parallelle economie. In de statistieken zijn immers niet alle
handelsverrichtingen opgenomen. Wat is de omvang van dit fenomeen ?
De economische betrekkingen
tussen Turkije en het Midden-Oosten zijn eveneens zeer intens. Hoe belangrijk
zijn deze in vergelijking met de betrekkingen met de Europese Unie ?
De heer Luc Delvaux merkt op
dat de Turkse overheid weet dat de economische groei gepaard gaat met een sterke
groei van de bevolking. De nationale bank en de overheid wensen dan ook een
economische kader in te stellen dat bij een groei past en dat investeringen in
de toekomst mogelijk maakt. De Turkse nationale bank had dan ook een plan om de
intrestvoeten te doen dalen en het inflatiepeil fors te verminderen. Dat werd
gesteund door het IMF. Die maatregelen maken de verdere economische groei
mogelijk.
Dit plan is een succes en wordt
voortgezet. Het IMF volgt het op de voet; elk trimester stelt men een
vooruitgang vast. De interne vraag vertegenwoordigt 70 % van de huidige
economische groei van Turkije. Dit tempo kan worden aangehouden. Het probleem
van de demografische groei is dus niet van dien aard dat alles van het
buitenland zou moeten komen.
De handel met de Europese Unie
is wel belangrijk genoeg om een grotere vraag vanuit de Europese Unie te krijgen
en die nog te doen stijgen. Het evenwicht tussen binnenlandse en buitenlandse
vraag is zo dat dit voor de toekomst geen probleem oplevert.
De heer Jean-Marie Dedecker is
van mening dat Turkije een sterk agrarische structuur heeft, zeker in bepaalde
streken. De Europese Unie zal daarvoor financieel opdraaien.
De heer Luc Delvaux antwoordt
dat het belang van de landbouw vermindert. Meer en meer mensen trekken naar de
steden. De industrie en vooral de dienstensector groeien.
De heer Jean-Marie Dedecker
antwoordt dat er dus een zeer grote bevolkingsaangroei is in de steden.
De heer Luc Delvaux antwoordt
dat die aangroei moet gerelativeerd worden. Naarmate de bevolking meer naar de
steden gaat en de levensstandaard stijgt, daalt het aantal kinderen per familie.
Op het platteland is dat aantal hoger dan in de steden. Hoe meer ontwikkeld en
opgeleid de mensen zijn, hoe minder kinderen ze krijgen. Dat fenomeen stellen
we, zoals in de meeste andere landen, ook in Turkije vast. Het is dus geen
probleem. De statistieken die wij kennen en de plannen voor de toekomst tonen
aan dat het groeipercentage zal verminderen : de bevolking zal ongetwijfeld
blijven groeien, maar minder snel. Het gaat dus niet om een explosie, de
bevolkingstoename blijft beheersbaar. Als het economisch kader in orde blijft en
de noodzakelijke investeringen mogelijk maakt, kunnen we positief en
optimistisch zijn.
Er was een vraag over de
corruptie. Als privé-bankier en zakenman heeft spreker in de privé-sector nooit
corruptie gezien. In de openbare sector is het iets anders, fundamenteel omdat
de salarissen daar zeer laag zijn. De salarissen zijn niet gekoppeld aan de
index, waardoor de koopkracht van de ambtenaren op bepaalde momenten fors is
gedaald. In bepaalde jaren bedroeg de inflatie, zoals gezegd, meer dan 100 %. U
kunt zich dan wel voorstellen wat het gevolg daarvan is voor de koopkracht van
ambtenaren. Na moeilijke onderhandelingen kregen ze wel een loonsverhoging op
het einde van het jaar, maar in de tussentijd hadden zij geen koopkracht. Dat is
de fundamentele bron van corruptie.
In Turkije verloopt niet alles
perfect, maar de dingen gaan de goede richting uit. Wanneer de inflatie fors
daalt en terugvalt onder 10 %, bestaat de kans dat de corruptie vermindert. Op
dat punt blijft er echter een taak weggelegd voor de regering.
De Turken zijn niet totaal
verschillend van ons. Als iemand werk vindt in zijn buurt, wil hij zijn land
niet verlaten. Alleen wanneer de economische situatie slecht is, heeft iemand er
baat bij elders een beter bestaan te zoeken.
Nu er zekerheid is over de
economische groei in Turkije, nu er geïnvesteerd wordt en nu er werkelijk
stabiliteit heerst, hebben weinig Turken zin om naar het buitenland te
vertrekken. Volgens een opiniepeiling in Turkije zouden 2,7 miljoen inwoners een
verhuizing overwegen naar de Europese Unie als het land toetreedt. Dat cijfer is
niet zeer hoog. Het stemt ongeveer overeen met het aantal Turkse arbeiders die
thans in Duitsland wonen. Spreker is ervan overtuigd dat dit cijfer zelfs niet
zal worden bereikt als de economische omstandigheden gunstig zijn. In een Europa
met een voldoende hoge levensstandaard rijst niet het gevaar van een
mensenstroom van het ene land naar het andere. De voorwaarden zijn : economische
en monetaire stabiliteit die de deur opent voor investeringen en een gestage en
realistische groei mogelijk maakt.
De heer Jean-Marie Dedecker
vindt dat de heer Delvaux duidelijk optimistischer is dan de Europese Unie, want
een minister vertelde hem dat hij een migratie van 2 à 7 % verwacht. De kwestie
van de migratie is alleszins zeer belangrijk. Voor de man in de straat en voor
bepaalde politieke partijen die dat thema graag bespelen, wordt het
waarschijnlijk het belangrijkste thema van allemaal.
De heer Luc Delvaux antwoordt
dat op de vraag of Turkije vandaag lid kan worden van de Europese Unie, het
antwoord natuurlijk neen is. Maar dat is de vraag niet. Wel moeten we ons
afvragen hoe Turkije zal evolueren in afwachting dat het lid kan worden van de
Europese Unie. Daartegen zal niet alleen de situatie in de Europese Unie, maar
ook in Turkije sterk veranderen. De kloof tussen die twee zal niet meer
vergelijkbaar zijn met die van vandaag. Als alles goed gaat op economisch vlak,
kunnen we die evolutie optimistisch tegemoet zien.
Er is ook het argument van de
vergrijzing van de bevolking, niet alleen in de landen van de oude Europese
Unie, maar ook in Centraal-Europa. Ook die landen zien hun bevolking dalen. Er
is dus behoefte aan werkkracht en Turkije kan op dat vlak een toegevoegde waarde
betekenen.
De heer Jean-Marie Dedecker
deelt de mening van spreker niet. We hebben op het moment nog altijd ruim 1,2
miljoen uitkeringsgerechtigden. Dan is het toch persvers om arbeidskrachten te
importeren. We moeten vooral de activiteitsgraad verhogen.
De heer Luc Delvaux antwoordt
dat hij over de geldstroom van Turkse werknemers in het buitenland naar Turkije
niets kan zeggen. Het is een belangrijk verschijnsel. In de Turkse
betalingsbalans bestaat daarvoor een bijzondere rubriek.
In verband met de parallelle
economie bestaan er belangrijke verschillen naar gelang van de bron. Volgens een
uiteenzetting, enkele weken geleden, van de gouverneur van de centrale bank van
Turkije, die daarbij steunde op een studie van de OESO, zou 16 % à 50 % van de
Turkse economie niet geregistreerd zijn. Dat doet ook het probleem van de
onrechtvaardige belastingen rijzen. De belastinghervorming is dan ook de
allereerste prioriteit van de regering voor volgend jaar. Het is immers de
bedoeling de nationale economie zo veel mogelijk te registreren en te belasten
tegen lagere dan de thans geldende tarieven. Het is beter lagere tarieven toe te
passen op een breder grondslag dan hoge tarieven op een zeer beperkte grondslag.
Als dat gegeven van 16 tot 50 %
van het nationaal product wordt opgenomen in het geheel van de cijfers die ik u
heb medegedeeld, kan de situatie anders worden ingeschat. Als rekening wordt
gehouden met dat element, met de jonge, nog niet werkende bevolking en de
verschillen inzake statistieken en koopkracht, kunnen we een sterke verhoging
van de Turkse levensstandaard vaststellen, zelfs tot hetzelfde niveau als die
van Centraal-Europa.
Belgische Senaat ZITTING 2004-2005 14 DECEMBER 2004
Turkije investeert
1,1 miljoen in nieuwe promotiecampaigne
Nieuwe doelgroep en accent op ‘mediterrane en
nog veel meer’
Het Turks verkeersbureau in Nederland trekt meer dan 1,1 miljoen
euro uit voor een advertentiecampagne in de tweede helft van 2006.
Deze bestaat uit spotjes op televisie, advertenties in landelijke
dagbladen, week– en maandbladen, reisvakbladen, banners op
Internetsites, posters op NS stations en billboards in grote steden.
De nadruk ligt op ‘het andere Turkije’. Thema’s als golfen, het
culturele erfgoed, skiën, actieve vakanties, zeilen, historische
monumenten, bijzondere landschappelijke bezienswaardigheden en
Istanbul worden ingezet.
Veel meer te bieden
‘Zon, zee en zand komt nauwelijks aan bod. We willen de consument
laten zien dat Turkije veel meer te bieden heeft dan dit geijkte
imago’, aldus directrice Yasemin Sen van het Turks verkeersbureau.
Het communicatieoffensief loop van augustus tot en met eind november
en is een vervolg op de reclamecampagne in de eerste helft van dit
jaar voor een bedrag van 1,2 miljoen euro.
Onder de pay-off ‘De Mediterranee en nog veel meer’ wordt door
middel van mooi beeldmateriaal en prikkelende teksten andere
toeristische aspecten van Turkije onder het voetlicht gebracht.
Geschikt
Het land is uitermate geschikt voor bijvoorbeeld culturele
rondreizen, natuurreizen, zeilvakanties, golfvakanties, wellness
reizen, wandelvakanties, skivakanties en bezoeken aan monumenten,
architectuur, historische bouwwerken, folklore en archeologische
opgravingen.
Diversiteit
‘De afgelopen vijf jaar heeft Turkije een geweldige groei meegemaakt
maar er is nu een overaanbod onstaan aan vakanties naar onze
zuidkust’, aldus mevrouw Sen. ‘We zien het als onze taak om de
diversiteit van Turkije onder de aandacht te brengen en dus andere
bestemmingen, thema’s en productcombinaties te promoten. Indien de
reisindustrie wil blijven plussen op Turkije is het noodzakelijk dat
ook zij deels met andere pakketreizen komen dan alleen maar de
Turkse Riviera’.
Andere doelgroep
De traditionele zonaanbidder is niet altijd dezelfde doelgroep die
geïnteresseerd is in stedentrips, kunst, geschiedenis, cultuur,
flora en fauna, golf-, zeil-, duik-, kuur- en wintersportvakanties.
Daarom is in de printcampagne voor een gedeeltelijke wijziging in
geselecteerde titels gekozen.
Andere interesses
Meer up-market glossy maandbladen, opiniebladen, populair
wetenschappelijke titels, golf en skibladen zijn onder andere
toegevoegd. ‘Turkije is niet alleen een geweldige bestemming voor
strandliefhebbers maar ook voor toeristen met andere interesses. Het
andere Turkije neerzetten betekent dus ook een hoger segment in de
markt bewerken en bereiken’, stelt Sen.
Voor nadere informatie
Turks Verkeersbureau
Directeur Yasemin Sen
Tel: 070-346 99 98
Baltus Communications
Marcel Baltus of Agnes van Duffelen
Tel: 070-365 21 44, mobiel: 06 28 63 94 10
e-mai: info@baltuscom.nl
Bron :
TourPress
Zie de product data sheet
voor verdere info van
TransAnatolie Tour.
|