En  Fr  Nl  De  Tr  

TransAnatolie Welcomes You  to Turkey

 

 

 

 

TransAnatolie Tours

En  Fr  Nl  De  Tr  

 

 

 

Turken

 

 

 

Home ] Up ] Tours ] Turkije ] Tijdlijn ] Anatolië ] Steden ] Musea ] Over Ons ] Site Map ] Zoeken ]

 

Turks ] [ Turken ] Seltsjoeken ] Ottamaans ]

 

Up

Overzicht van Turken

   
   
   
   

Turken en de Eerste Turkse Staten

   
   

Turkije: Een erfenis van nomadisme, vlucht en migratie

   
   

Dat Turkije een migratieland is, zal voor de meeste Nederlanders geen nieuws zijn. Arbeidsmigranten uit Turkije ("gastarbeiders") zijn immers al sinds de jaren zestig een vertrouwd deel van het Nederlandse straatbeeld. Wat echter veel minder bekend is, is het feit dat Turkije niet alleen een geschiedenis van emigratie heeft, maar ook een van immigratie.

   
   

Turkije: Nomadische erfenis

   
   

Nomadisme, een levenswijze waarbij groepen mensen hun vee volgen dat zich een weg over het grasland eet, speelt in de Turkse geschiedenis een enorm belangrijke rol. De oudste geschiedenis van de Turken is in nevelen gehuld. Het is goed mogelijk dat er al Turkssprekende stammen deel uitmaakten van de legers van Atilla die in de vijfde eeuw Oost- en Midden-Europa beheersten. De oudste schriftelijke bewijzen van het bestaan van een volk dat zichzelf "Türk" noemde, vinden we in de zesde eeuw in wat nu Mongolië is. Deze Turken slaagden erin hun heerschappij uit te breiden over een groot deel van de Euro-Aziatische steppegordel, een zone van grasland die zich tot in de moderne tijd vrijwel zonder odnerbreking uitstrekte van de Oekraïne tot aan de grenzen van Korea. De staten die door Turkssprekende heersers tussen de zesde en de twaalfde eeuw in deze steppegordel werden gesticht, kenden allemaal een vergelijkbaar patroon van snelle opkomst, kortstondige bloei en - binnen een tot twee generaties - uiteenvallen. De snelle groei is verklaarbaar doordat in deze periode van de wereldgeschiedenis, die in dit opzicht in sommige delen van de wereld zou voortduren tot de negentiende eeuw, nomadische met pijl en oog bewapende ruiterlegers militair superieur waren, het snelle uiteenvallen heeft, behalve met de enorme afstanden binnen deze rijken, die interne communicatie moeilijk maakte, te maken met de Turkse gewoonte het rijk als een familiebedrijf te zien, dat onder de leidende familieleden verkaveld werd. Hoewel één familielid als opperheerser werd erkend, leidde dit in de praktijk toch tot zelfstandigheid van de delen.

De migratie van Turkse clans, stammen en volken van oost naar west door de steppengordel met de opkomst en ondergang van grote nomadische rijken volgens het hier omschreven patroon bleef een constant element in de middeleeuwse geschiedenis van Azië. Ook het Islamitische Midden-Oosten oefende aantrekkingskracht uit op de nomaden. Weliswaar bestonden grote delen van het Midden-Oosten uit bergen of woestijn, maar het gebied kende ook een bloeiende stedelijke beschaving die, net als die van China ten oosten van het steppegebied, qua materiële cultuur veel verder was ontwikkeld dan die van de steppebewoners. Bovendien was er werk te vinden in het Midden-Oosten. Het gebied was na het uiteenvallen van het Kalifaat verbrokkeld en de verschillende heersende dynatieën hadden grote behoefte aan mankracht vor hun legers. De Turkse nomaden golden bij uitstek als voortreffelijke militairen, iets wat zowel door Chinese als door Arabische bronnen keer op keer wordt herhaald. Al vanaf de negende eeuw zien we dat Turkssprekende huurlingen in dienst komen bij dynastieën in het het gebied waar nu Iran, Afganistan, Turkmenistan en Uzbekistan liggen. Vaak hebben deze beroepsmilitairen juridisch de status van slaven, maar dit duidt niet op een rechteloze situatie zoals bij de Amerikaanse plantageslaven - integendeel, ze vormden vaak een goed betaalde en gepriviligieerde militaire "kaste" die zich ver verheven voelde boven de lokale bevolking. De status van slaaf had als functie om hun unieke en exclsuieve band met hun meester, de heerser, te benadrukken.

Het hoeft natuurlijk geen verbazing te wekken dat de Turkse militaire elites zich er niet altijd mee tevreden stelden de macht achter de troon te blijven. In een antal gevallen namen zij ook formeel de macht over. Veruit de belangrijkste van de Turkse dynastieën was die, die in de elfde eeuw werd gevestigd door de Seljuken, een heersersclan binnen het nomadische volk van de Oghuz, die zich, wanneer wij voro het eerst over hen vernemen, in het steppegebied bij het Aralmeer bevinden. De Seljuken veroverden de gehel;e oostelijke Islamistsiche wereld, tot aan de grenzen van Egypte en zij waren ook degenen die in 1071 de Byzantijnse verdedigingslinie wisten te doorbreken en Klein-Azië (het tegenwoordige Turkije) onder Islamitisch bestuur te brengen. Er waren al wel vaker invallen van Moslim-legers geweest, zelfs tot onderd e muren van Constantinopel, maar die hadden nooit tot een blijvend verlies van de gebieden ten noorden van het Taurus gebergte geleid. Nu gebeurde dat wel en het ging hierbij niet alleen maar om een verandering van bestuur of eigendom. De migratiestroom van Turkse stammen en families op zoek naar een beter bestaan bleef doorgaan en Klein-Azië leek bij uitstek een aantrekkelijk gebied. Het feit alleen dat al snel na de Seldjukische verovering Klein-Azië in westerse bronnen als "Tourkia" of "Turchia" aangeduid ging worden, bewijst dat het land snel van aanzien veranderde en als "Turks" gezien ging worden.

Voor het centrale bestuur van Midden-Oosterse staten vormden nomaden een problematische bevolkingsgroep en dat gold ook voor de regeringen van die staten die zelf uit nomadische groepen waren voortgekomen, zoals de Seldjuken. De relatie tussen de nomaden en de sedentaire bevolking was altijd ambivalent. Aan de ene kant hadden beide groepen elkaar nodig: de nomaden hadden behoefte aan de produkten van de stad, zoals bijvoorbeeld gereedschappen, keukengerei en wapens. Aan de andere kant leverden de nomaden ook produkten die nergens anders te krijgen waren: leer, wol en last- en rijdieren. Met name de staten met hun legers haddne een niet te stillen honger naar dieren, die alleen door de nomaden in voldoende aantallen geleverd konden worden. Er was dus sprake van een symbiose tussen nomaden en sedentaire bevolking. Tegelijkertijd vormden de nomaden echter voor diezelfde bevolking een permanente bedreiging. Zwaar bewapende en mobiele stammen waren militair verre superieur aan de boerenbevolking en konden vaak kwaadschiks nemen wat zij niet goedschiks konden krijgen. Omdat de nomaden over het algemeen dicht bij het bestaansminimum leefden en hongersnood regelmatig toesloeg in de steppe en de woestijn, lieten zij zich nogal eens als een sprinkhanenplaag neer op het boerenland. Alleen door actieve interevntie van de staat en zijn troepen was er een machtsevenwicht te handhaven tussen sedentaire bevolking en nomadische stammen.

De Seldjuken pasten, om de "nomadische kwestie" het hoofd te beiden, een beproefde methode toe: zij lieten de nieuwkomers doortrekken naar de grens, in het geval van Klein-Azië de grens met het Byzantijnse rijk, die tegelijkertijd de grens tussen Islam en christendom vormde, en gaven hun toestemming zich daar te vestigen. In ruil hiervoor dienden zij trouw te zweren aan de Seldjukische sultan en zich in te zetten voor de verdediging van het land en de strijd voor de Islam. Het grensgebied in het Noordwesten van Klein-Azië werd dan ook een verzamelplaats van oudere en nieuwere migranten, vaak nog maar kort geleden uit Centraal-Azië aangekomen en recent tot de Islam bekeerd, die zichzelf zagen als gazi, strijder voor het geloof. Het is in deze omgeving dat het Osmaanse rijk, de directe voorganger van de huidige republiek Turkije zijn oorsprong vindt. De stamvader, Osman, is een prominente gazi, die naam maakt met een aantal overwinningen op de Byzantijnen, waardoor de nomaden uit het grengebied, beweeglijk en met weinig lokale "roots", zich bij hem en zijn familie aanlsuiten. Tussen 1300 en 1400 groeit de staat van Osman en zijn nakomelingen uit tot verreweg de belangrijkste gazi-staat, niet alleen in Klein-Azië, maar vanaf de tweede helft van de veertiende eeuw ook in de Balkan.

Tot in de vijftiende eeuw is het verhaal van de Osmaanse verovering van Zuidoost Europa niet alleen een verhaal van militaire campagnes, maar ook een van migratie. De volksverhuizing van oost naar west is nog doorgegaan en heeft geleid tot Turkse volksplantingen in wat nu Bulgarije, Roemenië, Griekenland en Macedonië is. Net als de Seljuken voor hen hebben ook de Osmanen, toen hun macht zich ontwikkelde tot een centraal bestuurde staat, geprobeerd gebruik te maken van de nomaden door hen op strategische plaatsen te vestigen en in te zetten voor de oorlogsvoering.

De "Turkse volksverhuizing" is in de vijftiende eeuw tot een eind gekomen, maar dat wil niet zeggen dat nomadische tradities in het latere Osmaanse Rijk (dat tot 1922 zou voortbestaan) niet meer voortleefden. Tot in de twintigste eeuw bleven nomaden, niet alleen in de Arabische en Koerdische gebieden, maar ook in bijna alle delen van Klein-Azië een belangrijk bevolkingsbestanddeel uitmaken.

   
   

Turkije: Een land van vluchtelingen

   
   

Uit het bovenstaande laat zich concluderen dat het aannemelijk is dat de nomadiche erfenis iets is dat heel diep in de Turkse psyche verankerd ligt, maar het gaat daarbij natuurlijk om een moeilijk concreet te maken uitspraak - zoiets als de bewering dat de eeuwige strijd tegen de zee de Nederlandse nationale psyche mee heeft bepaald. Veel concreter is een andere erfenis van migratie deel van de Turkse collectieve herinnering. Het betreft hier de massale migratie van Moslims (lang niet alleen Turken) uit de gebieden die vanaf de achttiende eeuw door het Osmaanse Rijk aan christelijke tegenstanders in Europa werden verloren.

Dit proces heeft alles te maken met de Russische expansie naar het zuiden die in de zeventiende eeuw onder Peter de Grote is ingezet en in de achttiende eeuw door Catherina de Grote met zoveel energie is voortgezet. De politiek van de Russen was gericht op de verovering (en het in cultuur brengen) van de enorme steppegebieden ten noorden vand e Zwarte Zee, op het verwerven van havens die ook in de winter toegankelijkw aren en, uiteindelijk, op de verovering van Constantinopel ("Tsarigrad"), het centrum van de Orthodoxe wereld. De machtsuitbreiding in deze gebieden leidde tot een reeks confrontaties met de Osmanen, waarvan de meeste uiteidnelijk door Rusland militair werden gewonnen. Het resultaat was een exodus van Moslims. Deels vrijwillig (veel Moslims gaven er de voorkeur aan onder het islamitische bestuur van de Sultan in Istanbul te blijven), maar deels ook onder dwang. Het proces begon al rond 1800 toen grote groepen Turkssprekende Tataren van de Krim hun woonplaatsen verlieten en door de Osmaanse regering opnieuw werden gevestigd. In de periode tot en met de Krimoorlog (1853-54) verlieten zo'n 500.000 Krimtataren hun woongebied, in de jaren daarna nog eens gevolgd door zo'n 150.000 Nogai Tataren uit de Zuidrussische steppen.

Het patroon dat bij deze volksverhuizing optrad, zou later nog vele malen herhaald worden: selectieve terreurdaden, door het Russiche leger en met name irreguliere Kozakkentroepen, leiden tot paniek en vlucht van een deel van de bevolking, waarna discriminerende wetgeving leidt tot Russificatie en reductie van de resterende bevolkingsgroep tot tweederangs onderdanen, wat dan weer leidt tot een druppelsgewijze emigratie. In de jaren 1863-64 waren de westelijke kustgebieden van de Kaukasus, aan de oostkant van de Zwarte Zee het toneel van een Russiche veroveringscampagne en van een enorme menselijke tragedie. Tussen de 500.000 en een miljoen Tsjerkessen werden doelbewust uit de kustvlaktes verdreven om plaats te maken voor Russische "settlers". De tsjerkessen waren gedwongen tot een overhaaste vlucht, waarbij besmettelijke ziektes toesloegen en grote aantallen mensen op de schepen en in Osmaanse opvangkampen bezweken. De overlevenden werden door de Osmanen opnieuw gehuisvest in de Dobrudja (aan de westkust van de Zwarte Zee) en in het midden en westen van Klein-Azië (de Russen verzetten zich tegen hervestiging dichterbij de nieuwe Russische grens). Degenen die in de Dobrudja een heenkomen hadden gezocht, zouden dubbel ongelukkig blijken, want minder dan vijftien jaar later ging het ook daar verkeerd.

Het nationalisme, de roep om eigen onafhankelijke staten die zouden samenvallen met de "natie" en om afwerping van het "Osmaanse juk" had in het begin van de negentiende eeuw al onder de Serviërs en de Grieken postgevat. Dit had geleid tot onafhankelijkheid voor Servië en Griekenland. Beide waren echter kleine staten die bij lange na niet overeenkwamen met de gebieden die de natioonalisten in beide landen als het hunne claimden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd ook onder de andere christelijke onderdanen van de Sultan, Roemenen, de Bulgaren en de Armeniërs, het nationalisme en sterke beweging. De aspiraties van deze gemeenschappen, met name de Serviërs en de Bulgaren werden door Rusland gesteund dat op die manier hoopte via het stichten van clienten-staten de eigen invloed te vergroten. In 1876-78 kwam het wederom tot een grote confrontatie tussen Rusland en het Osmaanse Rijk, een confrontatie die eindigde met de Russische troepen bijna in de buitenwijken van de Turkse hoofdstad. Zowel de Russische troepen als de Bulgaarse opstandelingen gingen zich te buiten aan beestachtige wreedheden die leidden tot een massale panische vlucht van Moslims uit de Balkan - iets wat ook precies de bedoeling was. Naar schatting 800.000 Moslims, vooral Turken, maar ook Bulgaars-sprekenden en opnieuw Tsjerkessen, namen de wijk en werden elders in het Osmaanse Rijk gevestigd. Begin twintigste eeuw herhaalde zich het proces nog eenmaal. De Balkanoorlog van 1912-13 die vrijwel een eind maakte aan de Osmaanse heerschappij in de Balkan leidde tot een vlucht van ongeveer 400.000 Moslims uit gebieden die nu onderling door Griekenland, Servië, Montenegro en Bulgarije werden verdeeld.

De enige grote christelijke groepering in het Osmaanse Rijk die de eigen nationale ambities nog niet had kunnen verwezenlijken, was die van de Armeniërs. De angst dat ook in Klein-Azië hetzelfde zou gebeuren als eerder in de Krim, de Kaukasus en de Balkan verklaart in belangrijke mate waarom de Osmaanse Moslims gedurende de eerste wereldoorlog een "etnische schoonmaak" hebben doorgevoerd die honderduizenden Armeniërs op een gruwelijke manier het leven heeft gekost.

Het Osmaanse Rijk verloor de eerste wereldoorlog, maar de Osmanen wisten in een bittere strijd tegen de Armeniërs en de Grieken na die oorlog Klein-Azië te behouden. De Turkse overwinning in deze onafhankelijkheidsoorlog betekende dat vele Armeniërsen meer dan een miljoen Grieken besloten uit Klein-Azië te emigreren, c.q. te vluchten. Deze situatie werd officieel bezegeld toen Griekenland en Turkije (inmiddels de opvolger van het Osmaanse Rijk) in 1923 besloten hun resterende islamitische respectievelijk Grieks-orthodoxe minderheden uit te wisselen. De getroffen bevolkingsgroepen hadden hierin geen keuze - zij werden verplicht te verhuizen uit gebieden waar zij sinds mensenheugenis woonden en in een voor hun vreemd land een bestaan op te bouwen. Net als in de negentiende eeuw was het criterium voor d everdrijving religie en niets anders. Ook Turkssprekende Grieks-orthodoxen uit midden-Anatolië vielen onder de uitwijzing. In totaal waren in de periode 1922-24 zo'n 1.4 miljoen Grieken en 400.000 Turken bij deze migraties betrokken.

Voor Turkije, zoals de overgebleven rompstaat in Klein-Azië vanaf 1923 officieel ging heten, waren de demografische gevolgen dramatisch. Van de ongeveer 13 miljoen inwoners die het land in 1923 telde, was minstens een kwart immigrant of kind van immigranten. Iedere grotere Turkse stad kende zijn muhajirs, of vluchtelingen en de herinnering aan dit proces is ook nu nog zeer levend.

   
   

Turkije: Bevolkingsgroei en arbeidsmigratie

   
   

Sinds de jaren twintig is het verhaal van de Turkse bevolking er niet langer alleen een van migratie, maar daarnaast ook een van spectaculaire groei. Van 13 miljoen 75 jaar geleden naar 70 miljoen nu. Deze bevolkingstoename heeft echter ook weer gevolgen op het gebied van de migratie gehad.

Al in de tweede helft van de negentiende eeuw zien we dat de bevolking in Turkije zich begint te verplaatsen. Dit heeft te maken met de toegenomen veiligheid en gezondheid in de vlaktes. De plattelandsbevolking die zich in de twee voorafgaande eeuwen vanwege de anarchie op het platteland en de terreur van de staatsdienaren had teruggetrokken in het hoogland, keert nu terug naar de vlakten die opnieuw in ontginning worden genomen. Overal ontstaan nieuwe provinciale centra. Er is een overvloed aan bebouwbaar land en tot de jaren vijftig is in Turkije sprake van een tekort aan arbeidkrachten op het platteland. Pas in de jaren vijftig ontstaat er door een combinatie van snelle bevolkingsgroei (niet omdat mensen meer kinderen krijgen, maar omdat er door de verbeterde medische zorg veel meer blijven leven) en mechanisatie in de landbouw (invoer van tractoren!) een arbeidsoverschot. Tegelijk zorgt de beginnende industrialisatie ervoor dat jonge mannen naar de steden kunnen en willen trekken op zoek naar betaald werk.

De trek naar de stad komt in d ejaren zestig in volle ernst op gang en is sindsdien niet meer opgehouden. In eerste instantie zijn het vooral de meer ontwikkelde provincies in het midden en westen vanwaar mensen naar de grote steden trekken. In het arme oosten en zuiden trekt men meer naar de eigen provinciale centra, maar later in de jaren zeventig en vooral tachtig komt ook de trek vanuit die gebieden naar de grote metropolen als Istanbul, Ankara, Izmir en Adana in volle ernst op gang. Dit leidt tot degroei van mega-steden. Istanbul, verreweg de grootste, groeide in veertig jaar van een stad van 1 miljoen naar een metropool van 10 miljoen inwoners.

De arbeidsmigratie naar Europa, die ook in de jaren vijftig begint, is in veel opzichten een verlengstuk van de interne migratie die in Turkije zelf plaatsvond en -vindt.

De komst van Turkse arbeiders naar Europa heeft betrekkelijk toevallige oorzaken. Al in de jaren vijftig kreeg de Duitse industrie grote behoefte aan arbeidskrachten omdat het aantal produktieve mannen door de oorlog enorm was gedaald en omdat er juist in Duitsland nogal sterke weerstand was tegen de inzet van vrouwen in de industrie. In eerste instantie werden de arbeidskracten gerecruteerd in Zuideuropese landen (Italië, Joegoslavië, Griekenland). De aanwezigheid van Turkse stageaires die voor een voltooing van hun vakopleiding in Duitsland waren, maakten de Duitse werkgevers attent op de mogelijkheden van Turkije als reservoir van arbeidskrachten. Toen Duitsland, na het sluiten van een bilaterale overeenkomst in 1961, in ernst begon met het werven van "gastarbeiders" in Turkije, moest het in eerste instantie nogal wat weerstand overwinnen. In het begin gingen vooral geschoolde arbeiders uit de Turkse steden, maar later waren het vooral "nieuwe" stedelingen, immigranten vanaf het platteland die zich aanmelden. Hier zien we dus het patroon van migratie in twee stappen dat kenmerkend is voor veel Turkse migranten naar Europa. Nog later ging men direct in de provinciale centra recruteren. Het aantal geschoolden onder de geworven arbeiders nam relatief sterk af.

Het ging al snel om grote aantallen. In 1962 waren er 13.000 Turken in Duitsland, in 1974 800.000 en momenteel zijn het er tegen de 2.5 miljoen. Duitsland bleef het belangrijkste bestemmingsland, maar aan het eind van de jaren zeventig had al ieder westeuropees industrieland een aanzienlijke Turkse gemeenschap binnen zijn grenzen. De oliecrisis in 1973-74 maakte een eind aan de actieve werving, maar de belangstelling in Turkije bleef groeien. Men had al vanaf de zestiger jaren geprobeerd de werving in banen te leiden door wachtlijsten in te stellen en prioriteit toe te kennen aan een aantal categorieën mensen en regio's, maar er vormde zich eengigantisch stuwmeer van arbeidmigranten-in-spe. De wachttijd groeide in sommige gevallen tot tien jaar. Het was dan ook te verwachten dat met de plotselinge stopzetting van de officiële werving, de deur opengezet zou worden voor ongeregelde of illegale migratie, vaak via commercieel opgezette smokkelnetwerken. Door de mensensmokkel en ook door de - ook na 1974 legale - gezinshereniging of gezinsstichting bleef de omvang van de Turkse gemeenschap in Europa tot de dag van vandaag groeien. De Turkse bevolking is nog steeds in beweging - van oost naar west, van platteland naar stad, en van Turkije naar Europa.
 

Prof. Dr. Erik Jan Zürcher
 

Turkology Update Leiden Project Working Papers Archive
Department of Turkish Studies, Leiden University

"Turkije: een erfenis van nomadisme, vlucht en migratie", in: J. J. Heins and H. L. M. Kox (eds.), Mensen op drift: Migratie en ontwikkeling (Amsterdam: VU, 1998), pp. 37-45.

   
   

Het kruispunt van twee continenten

   
   
TransAnatolie Tour
Groep A - Internationale Licentie N°4938 - Het Turkse Ministerie van Cultuur en Toerisme

 

 
   

Turkey

Turquie

Türkei

Turkije

Türkiye

 

 

 

Home ] Up ] Tours ] Turkije ] Tijdlijn ] Anatolië ] Steden ] Musea ] Over Ons ] Site Map ] Zoeken ]

Turks ] [ Turken ] Seltsjoeken ] Ottamaans ]

 

Mail to info[at]transanatolie.com with questions or comments about this web site.
Copyright © 1997 TransAnatolie. All rights reserved.
Last modified: 2023-08-06
 
Explore the Worlds of Ancient Anatolia and Modern Turkey by TransAnatolie Tour: Ancient Anatolia Explorer, Asia Minor Explorer, Turkey Explorer; Cultural Tour Operator, Biblical Tour Operator, Turkish Destinations, Cultural Tours to Turkey, Biblical Tours to Turkey, Health and Cultural Tours to Turkey, Thermal, Thalasso Holidays in Turkey,  Archaeological Tours to Turkey, Historical Tours to Turkey, Cultural Heritage Tours to Turkey, Cultural Tours to Turkey, Hobby Eco and Nature Tours Holidays to Turkey,  Beach and Plateau Holidays in Tuirkey, Anatolian Civilizations, Ancient Cultural Museums in Turkey, Top Turkish Museums, Museums in Turkey, Anatolian Civilizations Museum, Istanbul Archeological Museum, Ephesus Museum, Mevlana Museum, Topkapi Museum, Museum of Topkapi Palace, Turkish Cities, Turkish Destinations, Ancient Cities in Turkey, Ancient Anatolian Cities, Turkey in Brief, Turkish Culture, Turks, Turkish Language, Turkish Philosophers....Circuits culturels en Turquie, Excurcions en Turquie, Vacances en Turquie, Circuits de Culture en Turquie, Circuits de Croyance en Turquie, Turquie, Villes Antiques en Turquie, Musees en Turquie, Empires Turcs, Revolution de Mustafa Kemal Ataturk, Turquie d'Ataturk, Culturele Tours in Turkije, Rondreizen in Turkije, Reizen naar Turkije, Culturele Rondreizen naar Turkije, Vakanties in Turkije, Groepsreizen naar Turkije, Turkije, Turkse  Geschiedenis, Geschiedenis van Turkije, Oude Steden in Turkije, Oude Beschavingen, Oude Anatolische Beschavingen, Turkse Steden, Turkse Musea, Musea in Turkije, Turkse Steden, Overzicht van Turkije, Turkije in het Kort, Turks, Turkse Taal, Turkse Gescheidenis, Osmaanse Rijk, Ottamaanse Rijk, Gezondheid Tours Vakanties in Turkije, Geloof Tours in Turkije, Culturele Tour Operator, Turkije Specialist